Digitale transformatie Digitale inclusie Gegevensbeveiliging hybride onderwijs Digitale evolutie
Digitale evolutie van universiteiten: uitdagingen en kansen
Veel sectoren en organisaties merken dat de digitale samenleving buitengewoon ontwrichtende en steeds snellere innovaties voortbrengt. Over het algemeen reageren de meer traditionele sectoren op deze situatie door te proberen hun bedrijf te digitaliseren.
Iets digitaliseren betekent hetzelfde doen als wat je al deed, maar dan in een digitaal medium. Dit gebeurde bijvoorbeeld met de komst van de CD (compact disc); het product van traditionele cassettebandjes werd gewoon gedigitaliseerd.
Het wordt echter steeds duidelijker dat deze strategie ontoereikend is. De oplossing die uiteindelijk nodig blijkt te zijn, houdt een diepgaande bedrijfstransformatie in. Dit is wat de pers, de banken, de handel, verschillende gebieden van industriële productie en marketing allemaal doormaken. En dat geldt ook voor het onderwijs in het algemeen en de universiteiten in het bijzonder. Transformatie is wat Spotify de muziekindustrie heeft gebracht. Het product is veranderd; we betalen niet langer voor een cd of cassettebandje, maar nemen een abonnement op een muziekdienst. De waardeketen is nieuw; nu kan een artiest zijn creatieve output direct distribueren. Sterker nog, een artiest kan produceren wat zijn gedecentraliseerde netwerk van eigenaars hem vraagt te produceren.
Er zijn drie mijlpalen voor de digitale transformatie, die in de jaren 1970 begon, maar al veel eerder zijn wortels had in de theorieën van wiskundigen en logici als Turing, Gödel en Church: (1) de komst van de computer in huishoudens en bedrijven op grote schaal (beginnend met de Apple II in 1977 en de IBM PC in 1981); (2) de onderlinge verbinding tussen computers via een netwerk van netwerken dat bekend staat als het internet (de eerste grafische webbrowser die dit mogelijk maakte verscheen in 1993); (3) mobiele apparaten en toepassingen om de communicatie te stroomlijnen (de iPhone en het Android systeem verschenen in 2007 en 2008). Het fundamentele verschil tussen deze laatste revolutie en alle andere ligt in de snelheid van de verandering.
Inzicht in de digitale transformatie en evolutie van universiteiten
Hoe gaan universiteiten om met dit nieuwe tijdperk? Zijn we in het stadium van de mobiele telefoon? Wat betekent digitale transformatie voor ons? Omarmen we de snelle verandering op volle snelheid? Zoals je kunt zien, hebben we meer vragen dan antwoorden. Laten we ze punt voor punt doornemen.
Ten eerste moeten we een onderscheid maken tussen digitale transformatie en digitale evolutie. Transformatie is iets dat van toepassing is op universiteiten die al tientallen jaren bestaan. We hebben onze instellingen en hun processen opgebouwd in een tijd waarin digitale technologieën nog niet bestonden. Nu moeten we onszelf transformeren. Dit lijkt op de Spotify-metafoor die we hierboven noemden. Evolutie gaat echter nog een stap verder. Wat gebeurt er als we eenmaal getransformeerd zijn?
Gegevensbeveiliging en de uitdagingen waar universiteiten voor staan
Een van de onverbiddelijke resultaten van de digitale transformatie is de opkomst van enorme hoeveelheden gegevens (de symbolische weergave op een computer die beschrijft wat we waarnemen) en de inherente risico's voor de veiligheid van een ecosysteem, dat nu gemakkelijker kan binnendringen omdat alles in digitaal formaat is. Zijn universiteiten hier klaar voor? Een recent rapport van Gartner toonde aan dat universiteiten te weinig investeren in digitale technologieën. Gemiddeld bedroeg deze investering 4% van het totale budget van de universiteit. Als we dit vergelijken met een willekeurig particulier bedrijf (dat over het algemeen een terugkerende investering heeft van ongeveer 7%), is het duidelijk dat we ons moeten afvragen of we wel goed gebruik maken van gegevens en of we onze perimeter wel goed beschermen.
Haalbaarheid en waardepropositie van online cursussen in het hoger onderwijs
De tweede kwestie betreft de besteding van deze middelen. Van deze 4% van het budget wordt ongeveer 80% gebruikt om de lopende kosten van "business as usual" te dekken. Dat wil zeggen, om de lopende kosten te dekken die nodig zijn om onze universiteiten draaiende te houden. Het lijkt logisch om te concluderen dat als we slechts 20% toewijzen aan de transformatie, aan investeringen die specifiek gericht zijn op nieuwe activiteiten, de innovatie die het digitale tijdperk met zich mee kan brengen niet goed wordt opgevangen door ons, de universiteiten.
En dit brengt me tot de gedachte dat, hoeveel we ook praten over het aanbieden van micro-credentials, het overbrengen van de leerervaring naar de metaverse of het mogelijk maken van learning analytics-projecten om de processen van onze leerlingen beter te begrijpen, ik gewoon niet weet hoe haalbaar deze aanpak zal zijn. Volgens de onverbiddelijke wetten van de wiskunde is 20% van een toch al klein budget objectief gezien niet zo veel.
En dan heb ik het nog niet eens over online cursussen. Zijn we voorbereid op hun komst? Op dit punt is het belangrijk om te begrijpen wat online training vandaag de dag is en waarom we het duidelijk hebben over een waardepropositie voor de maatschappij die verschilt van de traditionele collegezaal. Als we universitair onderwijs zien als een levenservaring die het individu ontwikkelt, hoe kunnen we dat dan recreëren in online omgevingen? Dit roept de onderliggende gedachte op dat online training misschien meer gericht is op het behalen van een diploma dan op het daadwerkelijk creëren van leerervaringen. Als we niet de middelen hebben om bijvoorbeeld een metaverse van onze universiteit te creëren, hoe kunnen we die ervaring dan aanbieden aan de externe leerling? En dan hebben we het er nog niet eens over dat veel universiteiten het in hun DNA hebben om inclusief en niet opdringerig te zijn. Dit betekent dat ze zich vooral richten op de persoon (de student).
Tot slot is het belangrijk om te praten over de noodzakelijke vaardigheden. We weten dat de nodige digitale vaardigheden niet altijd voldoende zijn om voordeel te halen uit dit soort onderwijs op afstand. Zelfs niet voor on-site, gezien het feit dat veel van de cyberbeveiligingsproblemen die we hebben voortkomen uit kleine vergissingen van iemand in onze instellingen. Hoe het individu op een inclusieve manier te ontwikkelen zonder de digitale kloof te verbreden is een andere enorme uitdaging.
Al het bovenstaande herinnert ons eraan dat digitaal niet per se een absolute must is. We moeten nadenken over hoe we technologieën kunnen introduceren, waarbij we rekening houden met de persoon en begrijpen wat ze ons kunnen brengen. Maar met dit in gedachten is het ook duidelijk dat er middelen nodig zullen zijn om transformationele veranderingen door te voeren.