De Digitale Transformatie in het Onderwijs: Een Interview met Pieter Barremaecker

De manier waarop digitale middelen in het onderwijs worden gebruikt, is de afgelopen jaren ingrijpend veranderd. Deze trends waren al zichtbaar voor de pandemie, maar zijn versneld nu de wereld van het onderwijs plotseling meer nadruk legde op leren buiten de campus. Academic Software staat voorop om ervoor te zorgen dat studenten, docenten, lectors en onderzoekers toegang hebben tot de digitale middelen die ze nodig hebben, waar ze zich ook bevinden.

Deze week sprak Pieter Barremaecker, mede-oprichter van Academic Software, met ons over de impact van de digitale transformatie in het onderwijs de afgelopen jaren.

De impact van de digitale transformatie in het onderwijs

De afgelopen vijf jaar hebben grote veranderingen plaatsgevonden in de wereld van de ICT in het onderwijs. Tien jaar geleden waren de enige computers die je in het onderwijs had, degene in labs en klaslokalen; de grote computerlabs waar je vaste pc's had, waar je toegang had tot internet. Mensen moesten naar de universiteit reizen om toegang te krijgen tot internet. Nu heeft iedereen zijn eigen met internet verbonden apparaat. En niet slechts één apparaat, mensen hebben meer dan één apparaat. Dus het idee uit het verleden dat studenten of docenten bereid zijn om naar de campus te gaan om een bepaald softwareprogramma te gebruiken, is vervaagd. Covid heeft deze trend zeker versneld.

Deze trend om on-site computerlabs te vervangen door Cloudbronnen en eigen apparaten is geweldig voor instellingen omdat de ruimte die ze vroeger gebruikten voor computerlabs en servers nu vrijkomt. Het is geweldig voor studenten en docenten omdat leren flexibeler is geworden, het kan buiten de campus plaatsvinden. Maar het verandert natuurlijk de manier waarop software en andere digitale middelen worden beheerd. Elke school droomt ervan te zeggen: neem gewoon je eigen apparaat mee, want dan kun je thuis onderwijs volgen. Maar ze hebben vaak moeite om dit georganiseerd en gestructureerd te maken. ICT-personeel kan niet rondgaan en nieuwe software op ieders individuele apparaat installeren. De serverruimte bevindt zich niet langer in de school of universiteit, maar in een ander datacenter aan de andere kant van de wereld. Dat betekent dat het ICT-beheer volledig verandert.

Beheer van school- en universiteitscomputers in het Cloud-tijdperk

De ICT-infrastructuur was vroeger volledig on-premises. Ze hadden serverruimtes waar mannen met schroevendraaiers alles repareerden en installeerden. De Cloud betekent dat die serverruimte niet langer in de universiteit is, maar in een ander datacenter dat toebehoort aan Microsoft of Amazon. Je hebt nu een situatie waarin ICT-medewerkers dashboards beheren. Het gaat niet langer om fysiek naar die server gaan om iets te repareren of te upgraden; de Cloud-infrastructuur neemt veel van die taken weg en je hoeft het niet zelf te doen.

Een belangrijke uitdaging met de Cloud is dat deze soms door gebruikers wordt gezien als een soort gratis, gemeenschappelijke bron. Maar Cloudservers zijn echt, elektriciteitskosten zijn echt, en toegang kost echt geld, dus het is belangrijk dat je de kosten van Cloudtoegang kunt monitoren en controleren. Het is eng om te bedenken dat een onderzoeker een budget kan krijgen om een grote berekening uit te voeren op een externe server, en het gewoon doet, maar dan vergeet de machine uit te schakelen, en niemand merkt het op tot 45 dagen later wanneer de factuur arriveert.

Bij Academic Software gebruiken we een creditsysteem dat de uitgaven beperkt tot wat je wilt instellen. Studenten en docenten kunnen credits delen voor Cloudtools, virtuele machines en desktops op een meetbare manier. Zo krijgen ICT-coördinatoren en managers een duidelijk overzicht in een aangepast beheerportal en kunnen ze de uitgaven volgen op basis van elke klas, projectgroep of budgetlijn. En we kunnen de kosten in realtime berekenen en de uitgaven beperken tot bijvoorbeeld 20 euro per student, of een vastgesteld budget voor een onderzoeker, en we zien automatisch of de machine is verlaten en schakelen deze uit om ervoor te zorgen dat de kosten beperkt zijn. IT-afdelingen hoeven niet bang te zijn dat gebruikers iets verkeerds doen en enorme kosten maken.

Een ander probleem is ervoor zorgen dat je de hoeveelheid Cloudbronnen die je nodig hebt niet onderschat of overschat. Ga je eronder, dan raken gebruikers gefrustreerd omdat er niet genoeg capaciteit is wanneer ze die nodig hebben en werken dingen niet. Of ga je eroverheen, dan zijn je budgetmensen ongelukkig omdat je betaalt voor bronnen die niet worden gebruikt. Dit is altijd het probleem waar instellingen mee te maken hebben: om drie uur 's nachts gebruikt niemand het, en om vijf uur 's avonds wil iedereen het gebruiken en klaagt iedereen dat er geen middelen zijn. Daarom hebben we Academic Software flexibel gemaakt - je kunt die middelen automatisch op- en afschalen zoals je ze nodig hebt, zodat je niet hoeft te betalen voor capaciteit die 24/7 niet wordt gebruikt, maar je hebt wel de capaciteit wanneer je die nodig hebt.

Docenten voorzien van op maat gemaakte digitale tools

Een andere grote verandering is hoe software en digitale middelen nu deel uitmaken van elk educatief leerplan. Tien, zelfs vijf jaar geleden was het gebruik van software op scholen en universiteiten iets niches. Misschien gebruikte je SPSS een keer voor een onderzoeksproject als je Psychologie studeerde. En als je iets met talen deed, gebruikte je waarschijnlijk geen software of online tools. Tegenwoordig is alles software - als je vertaler bent, moet je leren werken met vertaalsoftware; als je verpleegkunde doet, moet je leren werken met die software; als je voedingscursussen volgt, moet je leren werken met voedingssoftware. Dus het is niet zo dat ICT alleen voor die vakken zoals informatica is; het is voor alle vakken, steeds meer krijgt alles een vleugje ICT. En die nieuwe groep gebruikers is een groep gebruikers die niet-kerngebruikers zijn, ze zijn er niet om te leren hoe ze software moeten installeren en technische problemen moeten oplossen, ze willen gewoon op de knop klikken en het moet werken.

Stroomlijnen van softwaregebruik voor docenten en lectoren

Een goede zaak is dat docenten en lectoren ervoor kunnen zorgen dat hun studenten software en digitale middelen krijgen die meer zijn afgestemd op hun exacte behoeften. In het verleden kreeg iedereen op een onderwijsinstelling dezelfde software, dezelfde toepassingen. Maar wat we nu proberen te doen, is ervoor te zorgen dat mensen individuele keuzes kunnen maken over software of andere digitale tools.

Maar, uitdagingen met het beheer van software en digitale middelen hebben ervoor gezorgd dat het gebruik van software voor veel docenten en lectoren een soort stresspunt is geweest. Bijvoorbeeld, als je iets wilt doen rond mindmappen, als je een docent bent en je zegt: "Laten we iets ontwerpen. Maak volgende week een mindmap... We kunnen allemaal dezelfde tool gebruiken. Je kunt het hier downloaden." Die docent zal dat waarschijnlijk maar één keer doen, want als ze 100 studenten hebben, zullen ze 15 vragen van studenten krijgen over het downloaden en installeren van de software. Die docent is er voor het onderwijs, niet voor IT-ondersteuning. Dus volgend jaar zullen ze zeggen: "Dit doe ik niet meer. Ik laat je gewoon een reeks dia's zien, want dia's werken altijd." Het doel van Academic Software is dat we garanderen dat als een docent zegt dat je deze tool moet gebruiken, deze zal werken, en als het niet werkt, kan de student ons bellen en kan de docent zich concentreren op het lesgeven!